naar nieuws

Zoals het er nu naar uitziet, bepalen banken welke horecazaken deze pandemie overleven. Maar is het wel normaal dat ze deze macht hebben?

Toen Marc Raisière, de baas van Belfius, zich begin deze maand openlijk afvroeg of er niet te veel cafés en restaurants zijn, kon men dit nog plaatsen als een totaal misplaatste en gortige uitspraak. En hoe kan een met belastinggeld rijkelijk beloonde CEO van een overheidsbank zoiets zeggen, zonder op staande voet ontslagen te worden? Maar nu we de getuigenissen horen van de mensen uit de horeca die onder druk gezet worden door banken, weten we dat achter die uitspraak ook echt machtsmisbruik schuilgaat. Niet alleen bij Belfius, ook bij andere banken. En de overheid laat begaan.

Cafés staan vandaag symbool voor het deel van de echte economie, waar mensen producten maken en diensten leveren waar we nood aan hebben, maar die nog een tijd dicht zullen blijven. We kijken er allemaal naar uit om daar straks terug gezellig samen te komen. Maar voor veel horecazaken en andere winkels en ondernemingen ziet de toekomst er zeer somber uit. Ze hangen af van steunmaatregelen en uitstel van betalingen, en die lopen op hun eind. Velen zijn dus aan hun lot overgelaten. Wat hen nog rest is individueel met hun bank overleggen om uitstel van betaling van hun lening te bekomen. En daar knelt het schoentje. Veel uitbaters krijgen lik op stuk bij hun bankier. Maar liefst twee derde van de ondernemingen krijgt geen verlengingen van de aflossingen van de bank.

De vrouw die door haar bank gevraagd werd de spaarrekening van haar zoontje te plunderen als ze haar restaurant overeind wil houden is dus het topje van de ijsberg. Uit de getuigenissen blijkt dat bankiers er niet van wakker liggen of we terug op restaurant kunnen. Ze eigenen zich het recht toe om te beslissen wie corona economisch gezien overleeft en wie niet.

Banken bestaan alleen nog maar omdat we ze met miljarden belastinggeld redden.

En dat terwijl tien jaar geleden alle grootbanken in België op de rand van het faillissement stonden. Ze bestaan alleen nog maar omdat we ze met miljarden belastinggeld redden. Er is bovendien een belangrijk verschil tussen horeca en banken: cafés en restaurants zijn dicht door overmacht. Banken gingen destijds aan hun eigen winsthonger en wanbeheer ten onder. 

Ook vandaag krijgen banken miljarden steun. 50 miljard van de Belgische federale overheid om verliezen op kredieten op te vangen. Duizenden miljarden van de Europese Centrale Bank die bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat banken en grote beleggers verder blijven investerenen in de economie. Op zich is er geld genoeg om noodlijdende sectoren te ondersteunen. Maar aan het geld dat banken en beleggers krijgen hangt geen verplichting vast om ook voldoende in KMO’s te blijven investeren. Banken zijn vrij om dit gratis geld te gebruiken op de voor hen meest winstgevende manier. Zo blijft het grootste deel van dit geld in de financiële markten en maakt de rijken nog een pak rijker. Terwijl beurzen opveren, moeten kleine ondernemingen krabben om te overleven.

Bankiers hebben veel meer redenen om nederig te zijn dan caféhouders.

We hebben nu geen sussende of boze woorden van politici nodig. Wat we nodig hebben is een krachtig optreden van de overheid. De financiële crisis van 2008 en de economische impact van Corona hebben namelijk ook iets gemeen met elkaar. Ze tonen alletwee aan dat de markt onze problemen niet kan oplossen. We moeten democratische en politieke keuzes maken over welk soort economie we willen. Het is dan ook aan de overheid om op een democratische manier te beslissen welke activiteiten we als samenleving belangrijk vinden om te steunen. En dat is wel degelijk mogelijk. Gezien alle publieke steun die banken ook vandaag krijgen, heeft de overheid meer dan genoeg hefbomen en tools in huis om banken in het gareel te krijgen. Zodat die zich zouden schikken naar de keuzes die we als samenleving willen maken. En toch gebeurt dat vandaag niet.

Bankiers hebben veel meer redenen om nederig te zijn dan caféhouders. Ondanks hun onverantwoordelijk gedrag bestaan ze nog steeds, maar dat is enkel bij de gratie van de belastingbetaler. En toch is hun verbeten arrogantie geen verrassing. Het is aan de politiek om de moed bijeen te schrapen om hun democratische spelregels op te leggen Zodat ze het algemeen belang dienen, onze maatschappij en onze planeet. Vandaag en morgen.


Frank Vanaerschot

Frank Vanaerschot is inhoudelijk medewerker bij FairFin.