Sinds 2018 bestaan er (voor het aanslagjaar 2019) twee parallelle fiscale regimes voor het pensioensparen, volgens de Federale Overheidsdienst Financiën.
Het 'klassieke' systeem dat het mogelijk maakt om "maximaal 960 euro te betalen met een belastingvermindering die overeenstemt met 30% (+ gemeentebelasting) van het betaalde bedrag (een voordeel van maximaal 288 euro)". Dit betekent dat als ik in 2018 960 euro investeer in mijn pensioenspaarproduct, ik 288 euro van mijn belastbare bedrag mag aftrekken in 2019 (inkomsten 2018).
De 'nieuwe' regeling, die het mogelijk maakt om "maximaal 1.230 euro te betalen met een belastingvermindering van 25% (+ gemeentebelasting) van het betaalde bedrag (dus maximaal 307,5 euro voordeel)". Als ik dus in 2018 1.230 euro in mijn pensioenspaarplan steek, kan ik 307,50 euro van mijn belastbaar bedrag aftrekken in 2019 (inkomsten 2018).
Als we even hoofdrekenen, in acht genomen dat dat alle betalingen boven de € 960 onmiddellijk overschakelen naar het nieuwe systeem van 25%, komen we erachter dat het belastingvoordeel nadelig is voor bedragen tussen 960 euro en 1.152 euro. Een nota van de Rekenkamer toont aan dat "de regering bewust is dat 15% van de spaarders (ongeveer 380.000 mensen) niet zullen handelen in hun eigenbelang maar in dat van de staatskas". De staat zou dus baat hebben bij het gebrek aan kennis van mensen die ervoor kiezen om een bedrag te investeren dat uiteindelijk ongunstig voor hen zou zijn. Onnodig te benadrukken hoe belangrijk het is om zich voorafgaand aan een financiële transactie telkens goed te informeren.
Samengevat, het is beter om
- ofwel een bedrag van maximaal 960 euro (aan 30%) te beleggen,
- ofwel een bedrag tussen 1.152 en 1.230 euro (aan 25%)
Meer info voor bewuste pensioenspaarders op www.fairfin.be/pensioen