Door middel van de campagne 'Stop Greenwash-ING' van een coalitie van NGO's waaronder FairFin, Fian, en CNCD-11.11.11, werd ING eind 2018 aangespoord om de financiering van de SOCFIN-groep te herzien. Dit palmolie plantagebedrijf is namelijk betrokken bij landroof, mensenrechtenschendingen en ontbossing in verschillende Afrikaanse landen. In januari 2019 kondigde ING de tijdelijke opschorting aan van alle nieuwe financieringen. Deze maand liet SOCFIN echter zelf weten dat ING de samenwerking voortzet. Wegen financiële belangen dan meer door dan ethische principes?
Na drie jaar interpellaties, rapporten en publieke campagnes leek ING midden januari de relatie met de multinational SOCFIN te herzien, op basis van verpletterend bewijsmateriaal over de praktijken van het bedrijf. ING kondigde tijdens een vergadering met de NGO’s op 16 januari een nieuwe officiële beslissing aan : "Een verlenging of toekenning van nieuwe financiering aan SOCFIN is, vanaf januari 2019, enkel mogelijk op voorwaarde dat alle plantages van de groep RSPO-gecertificeerd* zijn". Op 21 maart 2019 kondigde SOCFIN echter aan: "ING-bank en de SOCFIN-groep zetten hun jarenlange samenwerking voort". Wie moesten we geloven? Schoorvoetend en met tegenzin bevestigt ING uiteindelijk dat de bank van gedacht is veranderd.
ING is nochtans sinds 2013 op de hoogte van sociale problemen (landconflicten en landroof) en sinds 2016 van milieuproblemen (ontbossing) veroorzaakt door het palmoliebedrijf. ING's recentste beslissing komt er daarenboven in volle escalatie van een conflict tussen SOCFIN en de lokale gemeenschap nabij haar plantage in Sierra Leone, zoals staat beschreven in een recent rapport en nieuwsbericht. In de afgelopen weken zijn er door geweld 2 mensen gestorven, zijn er honderden dorpsbewoners op de vlucht en zijn 18 activisten, die de gemeenschappen verdedigden, hardhandig opgepakt. Sierra Leone is spijtig genoeg geen alleenstaand geval. Soortgelijke conflicten doen zich voor op plantages in Liberia, Kameroen (waar een bemiddelingsprocedure voor het OESO-contactpunt is mislukt), Nigeria, Ivoorkust en Cambodja (waar gerechtelijke procedures lopen).
Wellicht onder druk van SOCFIN heeft ING ingestemd om de relatie verder te zetten en geeft de bank het plantagebedrijf nog eens drie jaar respijt om een volledige RSPO-certificering te bekomen. Het is echter niet de eerste keer dat SOCFIN zijn financiële partners op deze manier om de tuin leidt. Reeds in 2014 beloofde het bedrijf in haar jaarverslag de RSPO-certificering van al haar plantages tegen 2018. In 2015 stond te lezen dat de plantage van Nigeria in 2017 zou worden gecertificeerd en alle andere Afrikaanse plantages in 2020. In 2016 werd gesproken over... 2022. Ondertussen zijn alleen de plantages in Indonesië gecertificeerd en geen enkele in Afrika.
ING moet, in overeenstemming met haar keuze voor verantwoord beleid en eigen initiële beslissing, eisen dat de certificering effectief is voordat wordt overwogen om het financiële partnerschap met SOCFIN te handhaven. Zo niet blijft het bij loze beloftes en maakt de bank zich schuldig aan greenwashing.
*Het keurmerk Certified Sustainable Palm Oil van de RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) geeft aan dat minimaal 95% van de palmolie in een product duurzaam is geproduceerd.