BNP Paribas investeerde vorig jaar 34 miljard euro in fossiele brandstoffen. Dat is 41% meer dan het jaar ervoor. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van een zestal ngoās waaronder Rainforest Action Network, Reclaim Finance en Banktrack. Daarmee is de bank wereldwijd de grootste stijger op vlak van investeringen in fossiele brandstoffen. Wereldwijd daalden de investeringen in fossiele brandstoffen nochtans met bijna 10%.
5 feiten die je moet onthouden
- 60 banken investeerden in 2020 635 miljard euro in fossiele brandstoffen. Dat is 62 miljard euro minder dan het jaar ervoor, net geen tiende minder dus.
- De investeringen van BNP Paribas namen grof toe. Van 24 miljard euro in 2019 naar 34 miljard in 2020, 10 miljard meer dan het jaar ervoor ofwel 41% extra. Geen enkele bank deed meer bijkomende investeringen in fossiele brandstoffen. BNP Paribas was vorig jaar de vierde grootste investeerder in olie, gas en steenkool. Sinds het klimaatakkoord van Parijs ondertekend werd, investeerde BNP Paribas in totaal meer dan 100 miljard euro in fossiele brandstoffen.
- BNP Paribas is hiermee de meest vervuilende bank van de Europese Unie. Wereldwijd staat ze op de tiende plaats.
- De Belgische overheid is de grootste aandeelhouder van BNP Paribas. Ze is dus medeplichtig aan de vervuilende investeringen van de bank.
- Investeren in fossiele brandstoffen is op lange termijn niet alleen schadelijk voor de planeet, het is ook financieel zeer riskant. Deze investeringen worden waardeloos als de wereld de transitie doorvoert naar een meer duurzame economie.
Het rapport Banking on Climate Chaos 2021, een jaarlijks onderzoek van een zestal ngoās waaronder Rainforest Action Network, Reclaim Finance en Banktrack, kijkt naar de investeringen in fossiele brandstoffen in de periode 2016-2020. De studie onderzoekt 60 grote banken van over heel de wereld. Er wordt gekeken naar investeringen in 2300 bedrijven die actief zijn in de productieketen van fossiele brandstoffen: exploratie, ontginning, transport, opslag en het opwekken van elektriciteit op basis van fossiele brandstoffen. Samen investeerden de banken 3218 miljard dollar in de fossiele brandstoffen industrie sinds het klimaatakkoord van Parijs ondertekend werd in 2015. De cijfers stegen tot nu toe elk jaar, maar in 2020 zien we voor het eerst een daling.
Corona speelde een grote rol in die dalende trend. Vooral in het tweede kwartaal kwam de economie in grote mate tot stilstand en daalde de vraag naar olie sterk. Grote oliebedrijven schrapten ook miljarden aan geplande investeringen. Tegelijkertijd hadden oliebedrijven ook dringend geld nodig. De olieprijs was immers naar een dieptepunt gezakt. Tot en met juni pompten banken ongezien veel geld in de olie- industrie, als een soort van verzekering tegen de moeilijke corona tijden. Later in het jaar zakten die investeringen terug naar een absoluut minimum.
Hoewel de investeringen wereldwijd afnamen, investeerden de Europese banken allemaal samen meer in fossiele brandstoffen. Deze trendbreuk is deels te verklaren doordat ze gretig gebruik maakten van de lage, Europese rente om de oliebedrijven geld te lenen. Vorige zomer beschreven we al hoe het monetair beleid van de ECB de oliesector kunstmatig in leven houdt.
De andere onderzochte banken die actief zijn in Belgiƫ, ING en Deutsche Bank, volgen wel de algemene dalende trend. Bij ING daalden de investeringen in fossiel vorig jaar met bijna een vijfde. Sinds het akkoord van Parijs investeerde ING in totaal 37 miljard euro in olie, gas en steenkool. Deutsche Bank investeerde in 2020 een kwart minder in fossiele brandstoffen dan in 2019. Sinds het klimaatakkoord van Parijs ging er van Deutsche Bank 63 miljard euro richting fossiele brandstoffen.
Hoewel de wereldwijde daling een voorzichtig goed teken is, is de situatie nog altijd alarmerend. Geen enkel groot olie- en gasbedrijf heeft een concreet engagement, laat staan een plan om haar fossiele activiteiten snel genoeg af te bouwen om de klimaatdoelstellingen van Parijs te kunnen respecteren. Bankiers en overheden die hen reguleren, moeten onder ogen zien dat dit van cruciaal belang is voor investeringsbeslissingen. In plaats van engagementen die ver in de toekomst liggen, moeten banken nu een actieplan maken om te laten zien hoe ze in 2021 en in de volgende jaren de financiering van fossiele brandstoffen voldoende zullen laten afnemen. Ze moeten er daarnaast ook voor zorgen dat mensenrechten gerespecteerd worden. Overheden moeten daarin een cruciale rol opnemen: ze moeten er als toezichthouder en met hun monetair beleid voor zorgen dat banken snel genoeg uit fossiel stappen.
In de vorige editie van dit onderzoek zagen we al een enorme stijging in de fossiele investeringen van BNP Paribas. Geconfronteerd met deze cijfers besloot de bank zich te verschuilen achter haar investeringsbeleid, waar het beter scoort dan de meeste andere banken in het onderzoek. Dit beleid is een set van regels die ze zichzelf oplegt om te bepalen welke investeringen ze wel of niet aangaat. Europese banken scoren effectief beter op vlak van hun investeringsbeleid dan hun Amerikaanse concurrenten. Maar in de praktijk ligt het dus vaak anders. BNP Paribas is het beste voorbeeld van die paradox. Volgens het onderzoek heeft BNP Paribas namelijk het tweede beste beleid rond fossiele brandstoffen van alle banken. Maar dit houdt de bank niet tegen om in de praktijk volop te blijven investeren in fossiele brandstoffen.
Hoe komt dit? BNP Paribas stelt in haar beleid voorwaarden aan onconventionele olie- en gasbronnen, zoals teerzanden, schalieolie en schaliegas. Projecten worden niet meer rechtstreeks gefinancierd en bedrijven krijgen geen algemene financiering als onconventionele olie en gas een āsignificantā deel van hun activiteiten is. Het woordje āsignificantā zorgt echter voor een achterpoortje. De cijfers laten zien hoe groot dit achterpoortje is.
- Schaliegas en -olie zijn niet alleen erg schadelijk, de industrie lag tijdens Corona volledig lam omdat ze een hoge olieprijs nodig heeft om rendabel te zijn. Toch namen de investeringen van BNP Paribas in schalie sinds 2017 alleen maar toe. Vorig jaar zelfs van 1 naar 3 miljard euro.
- Ook de investeringen van BNP Paribas in bedrijven die hun fossiele activiteiten uitbreiden, stegen van 12 naar 24 miljard euro tussen 2019 en 2020. Het is nochtans al jaren geweten dat alle fossiele bronnen die al in gebruik zijn, meer CO2 bevatten dan mag vrijkomen om de doelstellingen van Parijs te halen.
- Ook de investeringen in offshore olie en gas namen toe, in die mate dat BNP Paribas wereldwijd koploper werd.
Nu nog in fossiele brandstoffen investeren is ook financieel een gevaarlijke gok. Tegen 2050 wil de EU koolstofneutraal zijn en moeten we met de hele wereld proberen om de temperatuurstijging tot 1,5Ā°C te beperken. Om dit te verwezenlijken, moeten we ons verbruik van fossiele brandstoffen drastisch afbouwen en overschakelen op alternatieven zoals wind-, water- en zonne-energie. Olie, gas en steenkool moeten er dus uit. De fossiele brandstofreserves moeten in de grond blijven. Banken die zich werkelijk achter het Klimaatakkoord van Parijs scharen investeren geen cent meer in alles wat met nieuwe ontginning te maken heeft.
Het is ook financieel onverantwoord. Ofwel zal klimaatopwarming een nog grotere crisis dan het coronavirus veroorzaken, ofwel zullen de fossiele bedrijven waardeloos worden. In dat geval dreigt de fossiele industrie de hele economie mee te sleuren in haar val. Door toch volop op fossiele bedrijven in te zetten, schieten banken dus op termijn in hun eigen voet en brengen ze ook ons in gevaar.
Ook onze overheid gaat niet vrijuit. āDit onderzoek toont aan dat we BNP Paribas niet kunnen vertrouwen om zelf haar investeringen in fossiele brandstoffen terug te schroeven. Gelukkig staan we niet machteloos. De Belgische staat is de grootste aandeelhouder van BNP Paribas. De regering engageerde zich om haar investeringen terug te trekken uit fossiele brandstoffen tegen 2030 en in te zetten op investeringen in de klimaattransitie. Onze overheid moet haar gewicht in de schaal leggen voor het opzetten van een concreet klimaatactieplan dat de investeringen van BNP Paribas aanpakt. Dit moet aangeven hoe de fossiele investeringen van BNP Paribas voldoende afnemen om het klimaatakkoord van Parijs te respecteren.ā aldus Frank Vanaerschot, inhoudelijk medewerker bij FairFin. āOok bij Belfius, waar ze de enige aandeelhouders is, kan ze hier voor zorgen. Bij de andere banken kan ze hieraan werken via dwingende regulering. De tijd van vriendelijke āincentivesā is voorbij.ā