Hoeveel kost een goed en sociaal klimaatbeleid en waar halen we het geld? 18 jaar na het klimaatakkoord van Kyoto weten onze beleidsmakers het nog steeds niet. Daarom sloegen FairFin en Arbeid en Milieu de handen in elkaar om te zoeken naar antwoorden. Hoe zorgen we dat het geld op de juiste plaats terecht komt? En hoe garanderen we dat dit op een sociaal rechtvaardige manier gebeurt?
9 conclusies, waarop we alvast verder kunnen bouwen:
- Om de nodige middelen los te krijgen is de financiële sector cruciaal. Zij bepaalt met haar investeringen in grote mate hoe de wereld van morgen eruitziet. Heel veel geld gaat vandaag naar bruine investeringen.
- Het huidige debat benadrukt de ‘kost’ van de klimaattransitie. We spreken beter over ‘investeringen’, waarvan een groot deel zich op termijn terugbetaalt.
- De nodige investeringen zijn groot, maar niet onhaalbaar of ongezien. Zeker als we incalculeren dat de kost van niks doen op lange termijn onbetaalbaar is.
- Er zijn veel mogelijkheden om publieke en private middelen op een sociaal rechtvaardige manier te mobiliseren voor de klimaattransitie. Maar de privésector is niet bereid of bij machte om het schip alleen te keren. Bovenal speelt de honger naar eigen kortetermijnwinst. De meerwaarde van een groene economie laat zich ook meestal pas op lange termijn voelen, en is bovendien gedeeld met anderen.
- We hebben interventies van de overheid nodig: Er is nood aan een regelgevend kader dat de financiële markten verplicht om hun portfolio’s in overeenstemming te brengen met de nodige uitstootreducties. Om genoeg financiering te mobiliseren moeten we bovendien verder kijken dan de markt.
- De geldkraan van de centrale banken moet worden omgebogen naar klimaattransitie.
- Een versterkte rol voor publieke klimaatbanken vormt het sluitstuk voor de succesvolle financiering van een ambitieuze klimaattransitie.
- Het klimaatvraagstuk is ook een sociaal vraagstuk. Wie zal betalen, wie zal de vruchten plukken? Als we een draagvlak willen creëren moeten we de sterkste schouders de zwaarste lasten doen dragen. De winsten die uit een transitie voortkomen mogen niet louter private spelers ten goede komen, maar de hele maatschappij.
- Die publieke interventies moeten sociaal rechtvaardig zijn. In hun ontwerp, missie, beheer en financiering. Dat moet op de juiste manier democratisch gecontroleerd kunnen worden.